Het kabinet heeft zich ten doel gesteld om het fietsgebruik voor korte ritten in 2030 te verhogen van 3 naar 12%. Heeft Nederland ons op dit gebied niets te leren?
Het sneeuwt vanochtend in Utrecht, maar dat weerhoudt hen er niet van om zich, net als in veel andere steden in het land, aan te sluiten in de eindeloze rijen fietsen op straat. Heb je een geheim om te ontdekken? Focus op vijf lessen die uit de Nederlandse ervaring kunnen worden geleerd.
1. Stel een netwerk van fietspaden voor
In gewogen kilometers heeft Nederland zes keer zoveel fietsroutes als Frankrijk. Om het gebruik van fietsen te vergroten, moeten we een netwerk van de regio bieden dat een aangepaste en regelmatige route tijdens elke reis mogelijk maakt, zonder onderbrekingen.
Net als Delft veertig jaar geleden zijn deze routes aangepast aan de korte en middellange afstanden en systematisch ingericht. Om de openbare ruimte beter in te richten om het gebruik van de fiets te bevorderen, heeft Delft een netwerk op drie niveaus ontworpen: stadsnetwerk (stedelijke of interstedelijke verplaatsingen), buurtnetwerk (rond bezienswaardigheden dicht bij huis) en buurtnetwerk ( voor kinderen). Resultaten? Stop de groei van het autogebruik en de groei van het modale aandeel van de fiets, dankzij het netwerk dat elke reis veiliger en gemakkelijker maakt.
2. Het bieden van gebruiksgemak
Het is de kwaliteit van de infrastructuur waar Frankrijk inspiratie uit zou moeten halen. Veiligheid, gemak en gemak van fietspaden zijn belangrijke hefbomen om het fietsen te bevorderen. Er wordt op een duidelijke en voor de hand liggende manier prioriteit gegeven aan fietsers: zo test Utrecht momenteel de overgang van kruislichten voor fietsen om de aankomst van fietsers vooraf te detecteren.
Deze banen zijn ontworpen om veilig te zijn: vergevingsgezinde infrastructuur (bijvoorbeeld een stoeprand met een gebogen hoek, minder gevaarlijk bij een val), geen obstakels zoals kegels op de baan, voldoende breedte van de baan zodat verschillende snelheden niet voorkomen ongevalsfactoren, het verbeteren van drempeloverschrijdingen om sprongen en dus vallen te voorkomen… dit heeft CEREMA in zekere zin ontwikkeld Acht aanbevelingenGeldt voor Frans grondgebied.
3. Parkeerplaatsen: een grote investering
Nadenken over infrastructuur betekent ook nadenken over diensten voor fietsers. In dit gebied is parkeergelegenheid in Nederland de koning. Koning en Koning: Ze zijn bijna mooi om de meeste mensen aan te trekken en hen aan te moedigen om te fietsen. Dit geldt vooral in de zakenwijken die door CSP+ worden bezocht: parkeren moet van een bepaald niveau zijn, zodat ze niet de indruk krijgen dat ze worden gedegradeerd door het gebruik van de fiets.
De parkeergarage moet zuinig, schoon, aangenaam en praktisch zijn, aangezien deze zich bevindt en verbonden is met de stations. Het is de belangrijkste bestemming voor doorreis met de trein, maar ook voor het verlenen van reparatie- of onderhoudsdiensten, dankzij werkplaatsen die 24 uur per dag geopend zijn in de grote steden. In 2019 opende Utrecht de grootste fietsenstalling ter wereld, waarbij esthetiek, comfort, netheid, veiligheid, weerstand en duurzaamheid worden gecombineerd om adequate infrastructuur voor fietsenstallingen te bieden.
4. Probeer, leer en probeer het opnieuw
De verschuiving richting fietsbeleid in Nederland dateert uit de jaren zeventig. Om te leren van successen en mislukkingen werkt publieke actie snel en volgens een continu optimalisatieproces.
Zo heeft Rotterdam zich al lang aangepast aan de auto en in de jaren 2000-2010 een fietsstrategie geïntroduceerd. Om snel te kunnen handelen huurde de gemeente op strategische punten bedrijfspanden, plaatste in recordtijd opslagloodsen en beveiligde toegang. Binnen enkele weken zijn er schone, veilige fietsenstallingen geopend die bereikbaar zijn met een OV-kaart. Dit maakte het mogelijk om toepassingen te begrijpen, in te spelen op onmiddellijke behoeften en optimale parkeerplaatsen voor de gebruikers op lange termijn te realiseren.
5. En de auto? Consolideer spanningspunten
In Frankrijk kan de relatie tussen auto's en fietsen conflicterend zijn, omdat ze naast elkaar kunnen bestaan in het vervoer en elk van deze vormen van vervoer in de openbare ruimte kunnen huisvesten. Hoe voorkwam Nederland dat er een verlammend antagonisme tussen deze regimes ontstond?
De jaren zeventig werden gekenmerkt door een sterke tegenstelling tussen fietsen en autoafhankelijkheid, maar publieke actie negeerde deze spanningen niet en integreerde ze om oplossingen te vinden die consistent waren met het fietsbeleid. Voertuigen worden dus niet verbannen uit steden, maar worden gedegradeerd tot minder aantrekkelijk en wenselijk.
In dit autoconcept was een van de sleutels tot het succes van Nederland de gemakkelijke acceptatie van de fiets, omdat het een complete paradigmaverschuiving in het Nederlandse concept van de straat mogelijk heeft gemaakt: hij is gemaakt voor fietsen en voertuigen worden geaccepteerd. Als ze bepaalde regels van coëxistentie respecteren.
Bestaat er dan een geheim achter het succes van Nederland? Er is geen magische formule, maar publieke actie op lange termijn, die een paradigmaverschuiving mogelijk heeft gemaakt door de fiets een legitieme plaats in de openbare ruimte te geven. Eén dimensie die de Nederlanders in Frankrijk goed integreren, wordt echter vaak buiten beschouwing gelaten: fietsen kan veel geld besparen, een sterk argument vergeleken met het gebruik van de auto. Dit is een sleutel tot het succes van fietsen in Nederland.
“Internetevangelist. Schrijver. Hardcore alcoholverslaafde. Tv-liefhebber. Extreme lezer. Koffiejunkie. Valt vaak neer.”
More Stories
Kunnen ouders weigeren zich over te geven?
Het kabinet-Schoof gaat door met immigratie
“Ik heb moeilijke beslissingen moeten nemen”: Koningin Máxima spreekt zeldzaam vertrouwen uit over haar drie dochters