Vandaag, woensdag, heeft de Staatsraad advies uitgebracht over het verkrijgen van betaald ziekteverlof. De hoogste bestuursrechter beperkt de terugwerkende kracht van deze maatregel specifiek tot drie jaar. De vergoeding wordt berekend op basis van 4 weken per jaar en niet van 5.
De situatie is aan de kaak gesteld in een dossier dat werkgevers het koude zweet heeft doen uitbreken. Woensdag 13 maart heeft de Raad van State advies uitgebracht over de herziening van het arbeidsrecht rondom het opnemen van verlof tijdens ziekteverlof. Een visie die meer in de richting van werkgevers gaat en die de overheid in staat zou stellen via amendementen wetgeving te maken.
In september 2023 beval het Hof van Cassatie de uitvoerende macht om de arbeidswet in overeenstemming te brengen met de Europese wetgeving inzake betaald verlof. In de EU-richtlijn uit 2003 staat echter dat werknemers ziekteverlof kunnen opnemen. De grootste angst voor werkgevers is dat werknemers de afgelopen jaren vakantiegeld eisen vanwege ziekteverlof. De terugwerkende kracht zou volgens bedrijfsleiders enkele miljarden euro's per jaar hebben gekost.
De Raad van State meent de schade te beperken door te verduidelijken dat de terugwerkende kracht beperkt zal zijn tot maximaal drie jaar. Om precies te zijn: alleen werknemers die hun bedrijf minder dan drie jaar vóór de publicatie van de wet hebben verlaten, kunnen aanspraak maken op een betaalde vakantievergoeding voor de periode van hun ziekteverlof. Voor zittende medewerkers zal de looptijd ‘slechts’ twee jaar bedragen.
De vergoeding wordt berekend op basis van 4 weken
Dit zal nog steeds kosten met zich meebrengen voor werkgevers. In november vreesden werkgevers zes miljard euro achterstallig te moeten betalen als de betrokken werknemers drie jaar terugwerkende kracht zouden krijgen. We gaan echter uit van het worstcasescenario: volgens sommige advocaten bestaat het risico dat de maatregel over veertien jaar met terugwerkende kracht wordt toegepast.
Ook geeft de Raad van State aan dat dit betaald verlof voor een periode van maximaal 15 maanden wordt verleend. Ten slotte wordt de compensatie berekend op basis van 4 weken per jaar en niet van 5, zoals de Franse wet voorschrijft, wat gunstiger is dan de Europese wetgeving.
CPME, dat al maanden strijdt om haar zaak over deze kwestie te winnen, zegt opgelucht te zijn. Het advies van het staatsbestuur zal werkgevers laten weten wat ze kunnen verwachten en de rekening verlagen. Ter herinnering: zonder deze garanties vrezen werkgeversorganisaties een rekening van 2,5 miljard euro per jaar.
Meest gelezen
“Muziekfanaat. Professionele probleemoplosser. Lezer. Bekroonde tv-ninja.”
More Stories
Bijna 9 miljoen gepensioneerden zullen getroffen worden door de intrekking van deze uitkering
De regering steunt een wetsontwerp dat het verbod op energieraffinaderijen opschort
Britse begroting: exorbitante belastingverhogingen en miljarden voor openbare diensten – 30/10/2024 om 15:33 uur